3.2 Protocollen voor katten en kleine honden
Katten
Op basis van haar eigen ervaring met ataxia en andere infectieziekten bij katten, ontwikkelde ze haar eigen kattenprotocol. De doseringen van hun CDS cat protocol passen ook bij eventuele kankers. Van de klassieke MMS is 1/4 druppel voldoende voor katten, die als volgt worden voorbereid: activeer 1 druppel, en voeg na de wachttijd van 45 seconden ongeveer 20 ml water toe. Van deze oplossing wordt vervolgens 5 ml met een injectiespuit teruggetrokken en kan als een enkele dosis worden toegediend. De rest wordt gewoon niet gebruikt voor het dier.
Voor kleine pijntjes en pijnen
Geef drie doses per dag. Start de eerste twee doses met 4 druppels CDS (3.000 ppm of 0,3%) elk. Vanaf de derde dosis verhoog je met één druppel per keer voor de volgende dosis tot een maximum van 12 druppels. Ofwel geeft u de 3 enkelvoudige doses ’s morgens, ’s middags en ’s avonds, ofwel doet u het intensieve protocol en geeft u deze 3 doses slechts één uur uit elkaar (vergelijkbaar met het intensieve protocol van Dr. Andreas Kalcker). Zo kunt u de dag efficiënter gebruiken en bijvoorbeeld ’s morgens homeopathische middelen geven, dan het intensieve protocol toepassen en ’s avonds absorberende middelen aan het voer toevoegen. Als absorptiemiddel gebruiken we ofwel helende aarde, zeoliet of bentoniet elk ongeveer 1/2 theelepel in het voer.
Voor infectieziekten en levensbedreigende ziekten zoals kanker
Begin hier de eerste 3 dagen met 5 tot 7 cadeaus per dag. Start de eerste twee doses met 4 druppels CDS en verhoog ook vanaf de derde dosis met 1 druppel per keer hier tot 20 druppels als maximale dosis. Ga vanaf de vierde dag naar 3 keer per dag voor een week. Geef dan de maximale dosis twee keer per dag gedurende nog een week.
Protocollen zijn een goede leidraad, maar in de praktijk is gebleken dat het afstemmen op het individuele dier de beste resultaten oplevert.
Bij ziekten, zoals parvovirosis, die zich manifesteren met hevige diarree, moet MMS of CDS niet onmiddellijk worden toegepast, maar moet medicinale kool worden gegeven. Pas als de diarree weg is, kunnen MMS en CDS gegeven worden, maar dan wel met een van de bovenstaande absorptiemiddelen in het voer.