3 MMS-successen met dieren
MMS-toepassingen op mensen zijn over het algemeen net zo overdraagbaar voor dieren, op een paar bijzondere kenmerken na. Veel geïnteresseerde mensen hebben MMS aan hun dieren gegeven uit wanhoop in reeds hopeloze gevallen (opgegeven door de dierenarts). Toen ze verbaasd waren over hoe goed het werkte, besloten ze vaak om het zelf te gebruiken. Omdat ik al geruime tijd geen huisdieren meer heb gehad, heb ik hierover deskundig advies ingewonnen bij Steffi Rein. Zij is de oprichter en beheerder van de Facebook MMS groep voor dieren (https://www.facebook.com/groups/mms.tiergruppe/) en biedt energieke diercommunicatie en andere alternatieve geneeswijzen voor dieren (http://www.energetik-sr.de). Hier is een samenvatting van haar ervaringen en aanbevelingen.
Belangrijke opmerkingen voor een verantwoord gebruik van MMS en CDS
Gelieve nooit MMS en CDS te verwarren, CDS wordt veel hoger gedoseerd. Noch de geactiveerde MMS, noch de afzonderlijke componenten mogen ooit zuiver worden gegeven, omdat ze kunnen corroderen (zuurgehalte), dus altijd verdunnen met water! CDS daarentegen is een pH-neutrale oplossing, maar wordt ook verdund met water. De aldus verdunde oplossing wordt vaak in een spuit zonder naald opgesteld en oraal aan de dieren toegediend.
MMS en CDS horen niet in het voer thuis!
Als het dier de waterige chloordioxideoplossing niet op deze manier accepteert, kun je het mengen in vleesbouillon, room of bijvoorbeeld zelfgemaakt appelsap. Stop altijd eerst de activering van klassieke MMS met de toevoeging van water en voeg het dan toe aan een van deze vloeistoffen. Steffi verdunt de CDS ook weer met wat water.
Benodigde hoeveelheid water
Ze raadt aan om vanaf 1 druppel geactiveerde MMS minstens 10 ml water aan de dieren toe te voegen, beter meer. Hoe hoger je gaat met het aantal druppels, hoe meer water er moet worden toegevoegd. De ervaring leert dat mensen en grote honden meestal niet meer dan 2 druppels MMS of niet meer dan 4 ml CDS per dosis nodig hebben. Met CDS zou het afhangen van de fabrikant. In het geval van niet-gestabiliseerde CDS is bijvoorbeeld slechts 1 ml water nodig voor 4 druppels, terwijl de gestabiliseerde CDSplus minstens 1 ml water nodig heeft voor deze 4 druppels. 2 ml water voor de smaak.
Doseringsaanbevelingen
Begin altijd met de kleinste hoeveelheid en verhoog dan langzaam. Hoe lang MMS en CDS moet worden gegeven, hangt af van de ziekte en de algehele conditie van het dier. Jonge en fitte dieren geven het nooit langer dan 1 tot 2 weken. Zo kan ook het verdedigingssysteem zijn bijdrage leveren. Als er vanwege kanker e.d. over een langere periode moet worden gegeven, wordt aanbevolen om na ca. 3 weken een pauze in te lassen, het lichaam te voorzien van antioxidanten en vervolgens opnieuw te beginnen met de kleinste hoeveelheid MMS of CDS. Meestal zijn 2-3 MMS-leveringen per dag voldoende, omdat MMS ook in de volgende uren tot de 7-voudige hoeveelheid in dierenmagen kan gassen.